Naar aanleiding van een project rond Van Eyck leerde de kunstenares schilderen met tempera zoals de oude meesters. Na drie lagen gesso volgt de ondertekening met eigeel en pigment van gebrande omber en titaanwit op kleine panelen van 20 op 30. Daarop komen verschillende lagen in olieverf die telkens een ruime droogtijd nodig hebben voor er verder gewerkt kan worden. De basislaag in tempera met gebrande omber is vaak nog op de achtergrond te zien.
Een reeks paneeltjes (30 x 20) werden op deze manier geschilderd. Door de onderschildering in tempera met titaanwit komt het licht nog beter tot zijn recht.
Inspiratie voor een thema komt meestal voort uit kranten of boeken. Zo kwam in de lockdownperiode vaak het begrip rituelen naar voor, rituele leegte, nood aan rituelen, rituelen die voor verbinding zorgen tussen mensen, enz. Naar aanleiding hiervan schilderde ze een reeks kleine panelen met de focus op handen en handelingen met voorwerpen. Dit schilderen werd ook een ritueel zoals bij de methode van de oude meesters. Tempera maken met eigeel en pigmenten mengen zijn terugkerende handelingen aan het begin van een schilderij op een paneeltje.